Nu spelen
Aftrekschaak (1)
Bij aftrekschaak zet je de koning schaak door een stuk weg te zetten. Tussen het stuk dat schaak geeft en de koning staat eerst nog een ander stuk. Als je dat ergens anders neerzet, staat de koning dus ineens schaak.
Helemaal slim is het als je met het stuk dat je wegzet ook nog eens een ander stuk aanvalt. Je tegenstander heeft een groot probleem. Hij moet het schaak opheffen en kan het andere stuk niet verdedigen. Als jij weer aan zet bent, sla je dat stuk.
Wat moet je doen?
Gebruik een aftrekschaak om materiaal te winnen. In deze oefeningen staan weinig stukken op het bord. Zo is de aftrekaanval meteen duidelijk.
Stel jezelf de volgende vragen:
- Welk eigen stuk staat in de weg voor het schaak? (Dit in de weg staan, noemen we ook wel ‘blokkeren’.)
- Welk stuk kan ik aanvallen met het blokkerende stuk?
- Hoe kan ik dat stuk aanvallen?